
Reisverslag Servië 2023





DAG 1 – Van Eindhoven airport naar het V.I.P.-dek op een partyboot in Belgrado
Eindhoven/Belgrado 10-7-2023
We lopen naar het vliegtuig nadat we door de douane heen zijn geweest op Eindhoven airport. We gaan op onze stoelen in het vliegtuig zitten en wachten tot we gaan vertrekken. Na wat vertraging genieten we van een rustige vlucht met prachtige vergezichten vanuit het vliegtuig. We landen en verzamelen weer om als complete groep richting de douane te gaan. Na een flinke boze blik krijgen we onze paspoorten terug en staan we officieel in Belgrado, Servië. Het avontuur, wat zeven dagen zal duren, gaat beginnen.
De groep waarmee ik in Servië ben bestaat in totaal uit acht personen. Rob is degene die alles heeft georganiseerd. De rest van de groep kende ik voor deze reis nog niet (behalve mijn neefje Dennis). Het is fantastisch hoe snel je elkaar leert kennen op zo’n reis. Ondanks dat je elkaar niet kent ben je toch gelijk verbonden aan elkaar en zie je mooi iedereen zijn eigen persoonlijkheid terug in de groep. Toch wel spannend om een reis te maken met mensen die je niet kent, maar het brengt zoveel mooie dingen met zich mee.
Net aangekomen op de airport in Belgrado zijn er wat zaken die geregeld moeten worden. Als eerste een simkaart. Servië behoort niet tot de EU en dat betekent dat je telefoonabonnement niet geldig is. Om hoge kosten te besparen is het daarom raadzaam om een simkaart terplekken te kopen. Dit kan al gelijk op het vliegveld. Onder de leiding van Rob schaffen we allemaal een simkaart aan met 5GB per dag (6 dagen) van A1 Seri voor ongeveer €5,-. Echt een aanrader!
We lopen het vliegveld uit en kijken wat verdwaald om ons heen. We moeten naar het centrum, maar pakken we de taxi, bus of is er nog een andere optie? Rob streeft vooruit en binnen no time staat hij te kletsen met een Duitse jongen die vaker in Belgrado is geweest. Hij geeft aan dat er over een paar minuten een busje komt en dat het busje de beste optie is om in centrum te komen. We stappen in en zijn na een rit van 30 minuten midden in het centrum van Belgrado.
De eerste les is geleerd. Als je niks vraagt, maar afgaat op de bordjes of de meest toeristische taxi’s aanhoudt dan betaal je de hoofdprijs. Door het aanspreken van de Duitse jongen heb je naast een leuk gesprek ook nog is een goedkope rit. Mensen zijn echt behulpzamer dan we denken.
We stappen uit en met gevaar voor ons eigen leven steken we de weg over. De navigatie gaat aan en we lopen naar ons eerste hostel. Hostel Fine Dečanska 12, Beograd, Servië. Het is bloedheet, de zon staat hoog en het is een graad of 34. We moeten een flink stuk omhooglopen en halverwege komen we de eerste börek kraam tegen. (Börek is een echte lokale (Balkan) lekkernij, het bestaat uit een laag bladerdeeg met daarin een vulling. Die kan bestaan uit kip, fetaspinazie, gehakt en zo bestaan er nog meer varianten.) We pakken daar allemaal een grote vette börek en lopen verder richting het hostel. Eenmaal daar aangekomen droppen we onze spullen en zetten we de trip voort.
De volgende locatie à het Kalemegdan fort van Belgrado en het bijbehorende park. We lopen onder de poort door en stappen zo binnen de muren van het fort. Meteen valt het op hoe goed het is onderhouden. Binnen de muren staan een aantal kanonnen en we lopen richting de achterkant. Daar aangekomen worden we beloond met een prachtig uitzicht. We lopen langs de buitenmuren en worden telkens opnieuw beloont met nieuwe vergezichten. We lopen een rondje en komen uiteindelijk terug in het park terecht wat voor het fort ligt. Het is er gezellig druk en we lopen naar een gezellig terras en daar is het tijd voor het eerste biertje van deze week. De eerste van vele blijkt later… Ze schenken in Servië verschillende lokale bieren. De lekkerste vind ik Zaječarsko Beer of Jelen. Gemiddeld betaal je in Belgrado €2,-/€2,50 voor een halve liter. Buiten de stad kunnen de prijzen dalen tot €0,90 per halve liter. Een leuk feitje is ook dat in Servië een halve liter vaak goedkoper is dan een ‘klein biertje’.
Nadat we het biertje op hebben lopen we door de winkelstraten door naar het lokale restaurant waar we een heerlijke avond tegemoet gaan. Rob heeft vooraf contact gehad met de eigenaar via Facebook om te reserveren. Uit dat gesprek ontstond een leuke discussie over wie de langste mensen van Europa zijn. Volgens Rob zijn dat de Nederlanders, maar daar ging onze Servische vriend niet mee akkoord.
We lopen een zijstraat binnen en aan het einde van de straat zien we een blokhutachtig restaurant verschijnen. We stappen binnen en kijken gelijk onze ogen uit. Aan de muur hangt overal oude propaganda van de Joegoslavische leider Tito. We krijgen een tafel toegewezen waarop een blaadje ligt met daarop de stand van de langste mensen van Europa met natuurlijk Servië op nummer 1. Het ijs was gebroken, wat een leuk onthaal.
We bekijken de menukaart en willen gaan bestellen. Bijna iedereen was erover uit. We proberen lekker de mixed grill en willen zo de lokale vlees specialiteiten proeven. Om een beeld te schetsen: een mixed grill was €15,- met friet en alles erop en eraan. Tijdens het bestellen verteld de ober dat één mixed grill gedeeld kan worden met drie tot vier personen. Dat betekent dat je voor nog geen €5,- p.p. een hoofdgerecht hebt. Uiteindelijk komen we met zijn allen overeen dat de ober maar gewoon het beste wat ze in huis hebben op tafel moet zetten. Ondertussen is de Rakija al langs geweest en bestellen we onze zoveelste biertje. Nadat we ons feestmaal op hebben en een aantal Rakija verder zijn, stappen er een aantal mannen het restaurant binnen. Twee met een gitaar en de ander met een accordeon. Dit is de echte Servische beleving bedacht ik me nog. Uiteindelijk werden de stoelen aangeschoven en stonden we met alle locals in het restaurant te dansen op de Servische muziek die werd gemaakt door de drie mannen met instrumenten.
De tent gaat sluiten dus we regelen een taxi en rijden naar de hotspot van het nachtleven in Belgrado, namelijk de partyboats. Na wat mislukte pogingen van de uitbater om ons een extreem hoge entree te laten betalen mogen we alsnog binnen en worden we aan een tafel gezet. Na wat ongemakkelijke momenten proberen we toch ons draai te vinden. Het is er erg druk en we zijn, zo lijkt, de enige toeristen. Na een moment waarop we elkaar eraan herinneren dat we niet in Tilburg op stap zijn, maar wel even op elkaar moeten letten raken we aan de praat met een energieke man op het naastgelegen en zogenoemde V.I.P.-dek. Het is een man uit Montenegro, hij nodigt ons uit op het V.I.P.-dek en schenkt ons wat te drinken. Daar staan we dan te chillen met gratis drank op een partyboot met een gast uit Montenegro. Het kan schijnbaar. Uiteindelijk nemen we afscheid van onze maat en lopen we terug over de brug Belgrado in. Daar pakken we een broodje Cevapci mee (de beste Balkan worstjes (vergelijkbaar met kebab)) en lopen we ons hostel binnen. 04:00, over 5 uurtjes gaat de wekker.


DAG 2 – Uit de drukte naar het ongerepte dorp Golubac
Belgrado/Golubac 11-7-2023
09:00 de wekker gaat. Met een kleine kater worden we wakker en verzamelen we onze krachten op de door Rob gebrachte ontbijt tot ons te nemen. We nemen een douche in het hostel. Dan komen we onze buurman tegen die een kamer naast ons sliep. Hij komt ons een hand geven, dan blijkt dat hij ook uit Tilburg komt. Blijft toch altijd bijzonder. Dan zit je midden in Belgrado en kom je alsnog iemand uit Tilburg tegen. Na een leuk gesprek waarbij de beste man vertelde dat hij zijn tante komt bezoeken nemen we afscheid van hem en van het hostel. De taxi staat voor de deur. We gaan naar de volgende plek toe genaamd Golubac. Dit is een dorp aan de Donau een heel stuk minder toeristisch dan Belgrado. Rob noemt het ongerept, omdat het nog niet is aangetast door toerisme.
Vandaag is het ook weer een graad of 35 en met 9 man in een autobus kan zelfs de airco het niet meer aan. We zweten ons kapot terwijl we het ene naar het andere zonnebloemveld voorbij zien schieten. Een combinatie van de warmte in de taxi, de Servische wegen en de rijstijl van iemand uit Servië zijn genoeg om te vechten tegen de misselijkheid. Laat staan met een kleine kater. Nog moe van de dag ervoor liggen sommige te slapen. Twee uurtjes verder en we zien het dorpje Golubac verschijnen op de borden. (Op de wat grotere wegen zijn de plaatsnamen op de borden voor ons te lezen. Op de wat kleine wegen zijn ze vaak alleen in het cyrillisch geschreven.) We stappen uit en lopen met onze spullen naar het eerste restaurant wat we zien. Vanuit daar zal iedereen de sleutel van (de door Rob geregelde) appartementen krijgen.
Nadat iedereen zijn spullen heeft af kunnen zetten bij het appartement vertrekken we naar de beroemdste plek in de buurt. Dit is het Golubac Fortress. We lopen achter elkaar op een drukke weg. Langs de weg vinden we verschillende dode slangen en hagedissen. Dit is het teken dat we echt wel op een stuk minder toeristische plek terecht zijn gekomen. Na een half uur in de hitte te hebben gelopen komen we een kraantje tegen. Sommige zoeken de verkoeling van het kraantje op, waarbij andere de flessen bijvullen. Dan wordt de keuze gemaakt om via de bergen te lopen in plaats van langs de weg. Een stuk avontuurlijker en mooier. We beginnen de tocht omhoog. Het is een steile klim met gladde glijdende stenen. Na tien minuten lopen beslist de helft van de groep om toch om te draaien en via de weg te gaan lopen. Het is dan ook meer dan 30 graden en het lijkt er niet op dat het minder stijl gaat worden. Tuurlijk kies ik ervoor om door te gaan en we lopen dan ook verder omhoog. Met in het achterhoofd welke dieren hier allemaal leven, wat ik zoals bij elke vakantie al van tevoren heb onderzocht.
In het gebied waar we nu in lopen leven grote zoogdieren zoals de Lynx en de wolf. De bruine beer komt in dit gebied zelden voor. Ik heb me laten vertellen dat, alleen in de winter, het wel is voorkomt dat een berenfamilie de rivier oversteekt (als deze bevroren is) om eten te zoeken. Aan de andere kant van de Donau ligt Roemenië. Daar is de kans wel zeer groot dat je tijdens een hike in de bergen een bruine beer tegen komt. In het gebied waar wij nu lopen is het grootste gevaar de zandadder. Dit is de grootste adder soort met een soort klein hoorntje op zijn kop. Een beet van deze slang kan in extreme gevallen dodelijk zijn als je dit niet laat behandelen. Niet fijn dus. Verder zijn hier nog een hoop hagedissen te vinden en kan je de gevaarlijkste spin van Europa tegen komen, namelijk de zwarte weduwe.
Na een flinke tocht komen we boven aan op de berg. Daar hebben we een prachtig uitzicht op het Golubac Fortress. Ook kijken we uit op een hele grote steengroeve met daarachter de grote uitmonding van de Donau wat op een meer lijkt. We lopen weer naar beneden en stuiten daar op een verlaten energiehuisje. Tuurlijk gaan we wel even binnenkijken. Beneden aangekomen wacht ons een nog veel indrukwekkender verlaten gebouw, namelijk een verlaten mijn dat helemaal tegen de berg aan is gebouwd.
Onderaan de berg verzamelen we weer als groep. De andere helft van de groep heeft het fort bezocht, waar wij helaas geen tijd meer voor hadden. Het schijnt dat daar zelfs speciale bruggetjes zijn gebouwd over rotsen heen voor de gevaarlijke slangen. Dat laat maar zien dat we die zandadders echt serieus moeten nemen als we besluiten om weer te gaan hiken in dit gebied.
We staan als groep te wachten op een bus die ons terug naar het dorp brengt. We ontmoeten een oude man die geen woord Engels spreekt. Gelukkig spreekt Yarik Russisch en kan hij op die manier met deze man communiceren. De man blijkt uiterst vriendelijk en stelt ons gerust dat de bus echt wel komt. En daar is hij dan uiteindelijk de bus. Wat voor ons precies 7 uur is, is in Servië ergens tussen half 7 en half 8…
We frissen ons op en belanden bij een uitstekend restaurant aan de rand van het water. Daar bestel ik een geweldige hamburger met heerlijke lokale shopska salade (komkommer, tomaat en witte kaas). We sluiten de avond af op het terras waar onze dag ook begon. We drinken daar nog wat heerlijke biertjes.



DAG 3 – Een vriendelijke boer met slagersmes wijst ons de weg.
Golubac 12-7-2023
Dennis en ik willen weer de prachtige natuur in, waarbij de andere van de groep een mooi klooster gaan bezoeken met de fiets. Het is 10 uur in de ochtend en het is al 29 graden. Uiteindelijke zal dit oplopen tot 35 graden in de middag. We lopen een klein supermarktje binnen waarbij we op zoek gaan naar water en wat krachtvoer om de dag door te komen. De hike is (in principe) 15 km lang en we zouden daar 4,5 uur over doen (dachten we). 3 liter water per persoon en minimaal 2 proteïne repen voor de energie moet meer dan genoeg zijn hadden we besloten. We lopen naar de kassa waar een jonge gast ons aankijkt en in super goed Engels een gesprek met ons begint. Hij vindt het leuk dat we in zijn dorp zijn en vraagt wat we gaan doen vandaag. Nadat we hem het plan hebben verteld lacht hij naar ons en wenst hij ons veel succes. ‘Be carefull boys, Ciao!’
We vullen onze tassen met het water en de repen en starten de hike. We lopen langs de drukke weg opzoek naar de ingang van de hike. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. We lopen wat heen en weer lans de drukke weg en kunnen het niet vinden. Dan zien we een man aan komen lopen richting een hele oude motor. Het ding zag eruit alsof het zo uit elkaar kan vallen. We zwaaien naar hem en hij loopt richting ons. Met handen en voeten en met behulp van de foto van de route proberen we hem uit te leggen dat we de ingang van de hike zoeken. Dan begint hij te lachen, stapt op de veel te oude motor en wuift naar ons dat we hem moeten volgen. Met veel lawaai verdwijnt hij een bergpad op en steekt nog een keer bevestigend zijn duim omhoog. Hier moest het zijn, laat het avontuur beginnen.
We lopen het pad omhoog en voor dat we het door hebben staan we op een terrein van een bewoner. Voor ons een knapperend vuurtje en aan de rechter kant een met golfplaten gebouwd huisje. Aan de linker kant ligt van alles. We zouden het hier omschrijven als afval, maar duidelijk was dat het voor deze man wel zeker van waarde was. Shit, we staan op iemand zijn terrein.
We overleggen aarzelend en met de angst voor een waakhond of erger besluiten we om toch door te lopen. Dan zien we een man staan. Zonder shirt en met een hele oude hoed op, met in zijn hand een mes met een blad van zo’n 25cm. Hij is bezig met een flesje te bewerken. Ik zet mijn vriendelijkste gezicht op en zwaai overdreven naar hem. Alles in mij roept dat ik vooral moet laten zien dat we vriendelijk zijn en alleen op zoek zijn naar de route. We staan tenslotte op zijn land en je weet nooit wat zo iemand kan doen. Ik kijk goed naar zijn gezichtsuitdrukking en lichaamstaal en ik zie dat het goed is. We komen wat dichterbij en ik laat hem de foto zien van de route van de hike. Met het mes nog in zijn handen glimlacht hij en wijst hij met zijn andere hand dat we verder de berg op moeten lopen. We lopen dus goed. We zwaaien naar de man en hij zwaait heel vriendelijk terug. We lopen verder omhoog langs nog meer spullen van de man en zijn varken en kippen. Na 5 minuten lopen stoppen we even, wat hebben we nu weer meegemaakt.
Als we het hebben over uit mijn comfortzone treden dan is dit wel een hele grote geweest. Alles in mijn lichaam riep toen wij het terrein van deze man op kwamen dat ik weg wilde. Dit kan niet goed zijn en de angst voor wat komen kon wilde de overhand nemen. Wat ik heb geleerd op dit soort momenten is goed de situatie te scannen en een soort overlevingsstand aan te zetten. Ik ben me bewust van mijn omgeving en beeld me het scenario in wat ik moet doen op het moment dat er wat zou gebeuren. Het is geweldig als ik erop terugkijk hoe vriendelijk die man was. Ik moet er wel bij zeggen dat als de beste man geen mes in zijn handen had gehad dat het wel wat minder spannend zou zijn geweest natuurlijk. Mensen zijn vanuit zichzelf nooit verkeerd of gevaarlijk maar anticiperen wel op de situatie. Of de man het mes al vast had of dat hij die heeft gepakt toen wij eraan kwamen weet ik niet, maar ik weet wel dat de beste man genoot van het feit dat wij daar liepen en bewonderde over zijn stukje land.
Na dit avontuur begon dan echt de hike. Het zweet druipt over onze voorhoofden en om het uur smeren we ons in, want de zon brandt echt als een gek. We blijven stijgen over goed begaanbare bospaden en lopen uiteindelijk bovenop de eerste heuvel een weiland in. Bewust van de slangen die hier zitten steken we het weiland over en nemen we een momentje om het uitzicht in ons op te nemen. We lopen verder en komen een huisje tegen met een door de natuur overgenomen auto in de voortuin. Dat mensen zo in de middle of nowhere kunnen leven blijft bijzonder. Uiteindelijk komen we het bos uit en staan we ineens op een grind weg die naar boven gaat richting de windmolens. Shit, waar moeten we nu naar toe. We hadden geen GPS bij ons en probeerde met een foto van de hike uit te zoeken hoe we moesten lopen. Een betere voorbereiding wat betreft de route had beter geweest. We denken te lezen dat we de weg moeten volgen en doen dit ook na een korte stop om weer wat te drinken en te eten. We zijn immers nu zo’n 3 uur onderweg. Al die extra drink en smeer stops hebben ervoor gezorgd dat we al achterlopen op schema.
We lopen de berg op in brandende zon. Na een half uur lopen zien we wat mannen aan de weg werken. Het is zo mooi om te zien hoe enthousiast ze naar ons zwaaien en gedag zeggen. Verderop staat een klein busje, we lopen daar langs en vanuit het busje horen we iemand naar ons schreeuwen. We hadden niet gezien dat er mensen in zaten dus je kan je wel voorstellen dat we even schrokken. We doen een stap terug in zien twee mannen in het busje zitten die met een grote glimlach naar ons zwaaien en roepen: ‘Dobre Dan!’
Als je al 3,5 uur in de brandende zon aan het lopen bent in de heuvels van Servië en je ziet deze werklui zo blij zijn om ons te zien, dan doet dat wel wat met je. Het liet mij op dat moment wel erg beseffen hoe goed ik het thuis heb, waarbij ik niet in de brandende zon met 35 graden op mijn knieën aan de weg hoef te timmeren om uiteindelijk maximaal €300 per maand te verdienen. De mensen hier zijn ook zo blij dat wij daar lopen, omdat ze ook beseffen dat hoe meer toerisme ze aantrekken hoe meer werk dit voor het land oplevert.
We lopen de heuvels verder in en komen op de top van de volgende heuvel uit bij een windmolen. We zien links van ons een schitterend uitzicht en leggen dat vast om uiteindelijk de andere dit ook te kunnen laten zien. Dan lopen we verder en stuiten we op een klein afgezet stuk met in het midden een landmijn.
Dit kan toch niet echt zijn dachten we. We komen een stukje dichterbij en zien het nu echt goed. Er staan drie stokken met daaromheen een stuk lint waarop een doodshoofd te zien is. Vol ongeloof en besef van de gevaren in dit land lopen we verder. Deze landmijnen zijn waarschijnlijk nog een overblijfsel van de Joegoslavische oorlog en zullen opgegraven zijn tijdens de aanleg van de nieuwe weg.
We trekken verder de heuvels in en komen uiteindelijk op een doodlopende weg terecht met om ons heen nog meer landmijnen. Ook staat hier weer een grote nieuwe windmolen. Schijnbaar trekt het wit van de windmolen diverse insecten aan. Zo zien we hier ook een grote groene sabelsprinkhaan. De hitte put ons uit en we zijn ondertussen ook al meer dan 5 uur onderweg. We krijgen nu toch wel echt door dat we terug moeten waar we vandaan kwamen en vanuit daar moeten gaan kijken hoe we verder moeten. We beseffen ons dat we al lang niet meer op de goede route lopen en beginnen aan onze weg terug. We denken allebei verschillende punten op de weg te hebben gezien, wat wel is de goede route kan zijn. We lopen langs een huis midden op de heuvel, met in de voortuin een begraafplaats, van wat lijkt, een aantal familieleden. Voor het huis staat een vrachtwagen die water af komt leveren. We hadden hem al zien rijden toen we de berg op liepen en besloten om de weg aan hem te vragen. Hij leek ons niet te begrijpen en twijfelend liepen we verder.
Uiteindelijk proberen we verschillende routes uit, maar komen we telkens tot de conclusie dat dit ook niet de goede route is en vervolgen we onze weg terug naar het punt waar we het bos uit kwamen. Eenmaal daar aangekomen denken we te weten waar we heen moeten. We lopen door heel hoog gras. Ik kijk Dennis verontrustend aan, want hoog gras in combinatie met de zandadders die hier leven kan geen goede combinatie zijn. We stappen door en met een grote stok zorg ik dat we genoeg trillingen maken, in de hoop dat dat de slangen weg jaagt. Uiteindelijk komen we weer op de weg uit, maar dan aan de andere kant. We denken dat dit het is en lopen verder.
We zijn inmiddels meer dan 6,5 uur onderweg en pakken een goede stop. We eten onze laatste reep op voor de extra energie en drinken genoeg. We besluiten om weer terug te gaan naar het punt waar we vandaag kwamen en gaan daar nog een poging doen om de route te vinden. Als die mislukt dan gaan we terug via de heenweg. Ons water begint namelijk langzaam op te raken en het begint steeds bewolkter te worden. Dat laatste is voor nu wel erg fijn, maar er werd voor in de avond onweer voorspeld en dan wil ik niet hier op de heuvels zitten.
Het is een goed uur lopen naar daar waar we vandaan kwamen. We kijken nog is goed op de telefoon en met google maps ernaast denken we het gevonden te hebben. En ja hoor. We lopen achter een verlaten huisje door en zien daar op de boom het rood wit gestreepte teken weer van de route. Yes! Gevonden! Achteraf blijkt dat de aanleg van de nieuwe weg richting de windmolens ervoor heeft gezorgd dat de route is onderbroken.
We zetten de afdaling in en lopen naar beneden. Onze benen beginnen te verzuren en ondertussen beginnen de muggen en horzels ons ook te vinden nu de zon wat achter de wolken zit. Het begint benauwder te worden en vochtiger lijkt wel. Het zweet gutst van onze voorhoofden en uiteindelijk na meer dan 7 uur gelopen te hebben bereiken we dan toch het eindpunt van de hike! We frissen ons op met het water uit de heuvels en beginnen aan de tocht langs de weg terug richting het dorp, wat nog ongeveer een half uur duurt. Uiteindelijk komen we helemaal gesloopt in het dorp aan. Daar zien we Rob en de rest van de groep. We pakken een welverdiend biertje en lopen dan terug naar ons appartement. We hebben 32.000 stappen gezet en zijn een kleine 8 uur onderweg geweest, maar wat hebben we genoten!
We frissen ons op en doen een klein dutje van een half uur, waarna we aansluiten bij de rest om lekker te gaan eten. Daarna lopen we met zijn allen naar het gezelligste kroegje in het dorp. Er worden weer wat flessen drank besteld en de biertjes smaken fantastisch. Het is er ook erg druk en later op de avond zie je dat verschillende mensen van onze groep aan het kletsen zijn met de mensen die in Golubac wonen. Zo raak ik aan de praat met Kole. Kole is 15 jaar en is geboren in Golubac. Hij kan erg goed voetballen en is dan ook gescout geweest voor Vitesse. Hij woonde dan ook een paar maanden in Roermond met zijn moeder. Zijn moeder slaagde uiteindelijk niet voor de verplichte inburgeringscursus en ze waren dan ook genoodzaakt om terug te gaan naar Servië.
Kole is een tijd geleden tijdens het voetballen gebeten door de eerdergenoemde en gevreesde zandadder. Tijdens een sliding kam hij op de slang terecht die hem in zijn kuit beet. Het resultaat was dat hij 1,5 week in het ziekenhuis heeft gelegen en waarschijnlijk nooit meer het niveau van voetballen kan halen als wat hij voor beet had. Nu gaat hij wel nog naar school maar rookt en drinkt hij bijna elke dag. De trieste realiteit hier helaas…
Onder de indruk van het verhaal van Kole en met de vermoeidheid van de hike in de benen dwalen we af richting ons appartement en duiken we ons bed in. Morgen gaan we richting het National park Đerdap, een supermooi stukje Servië.





DAG 4 – Van het Đerdap National Parc naar de zelfgestookte Rakija bij een veteraan in huis.
Golubac 13-7-2023
Om 8 uur in de ochtend verzamelen we op het busstation van Golubac. Vanaf hier vertrekt de bus naar Donji Milanovac. Terwijl we op de bus staan te wachten vliegen de zwaluwen ons om de oren. Er ligt een schattig straathondje in de schaduw die ieder hondenliefhebber zo mee naar huis zou willen nemen.
We stappen in de bus en rijden naar Donji Milanovac en kopen bij de buschauffeur een kaartje. We rijden langs hoge groene bergwanden en de natuur wordt alsmaar ruiger en mooier. De gehele weg rijden we langs de Donau, wat een ontzettend mooi plaatje is. Ondanks dat de buschauffeur reed alsof hij in zijn vorige leven een F1 coureur was geweest, was het een rit die ik niet snel zal vergeten.
We komen aan in het dorp en het is bloedheet. We besluiten om een rondje in de stad te gaan lopen. De sfeer is goed en we lopen wat rond. Het stadje zelf is niet zo bijzonder, maar er is wel een heel bijzonder strand in het stadje. Dit is namelijk het meest smerige stadsstrand die ik ooit in mijn leven tegen zal komen. We komen aan op het strand en leggen ons handdoek neer. Voor ons ligt een ouder stel. De man had een lekker muziekje op staan en was wat aan het dansen. Heerlijk die spontane gezelligheid en de schaamteloosheid van de man. We dansen vanaf onze plek gezellig mee en de man zet uit zichzelf de goed foute hits op van ABBA, kennelijk vond hij dit bij ons passen. Geeft niks, we zingen gezellig mee!
Dit soort spontane dingen maken van deze trip er eentje om nooit te vergeten.
Genoeg gedanst en gezongen, het is tijd voor een verfrissende duik tussen de autobanden en drijvende koelkasten… Zogezegd, zo gedaan. Maar nee we gaan niet kopje onder met al dat afval wat in de Donau drijft. Erg indrukwekkend zijn de kinderen een stukje verder op die de drijvende autobanden gebruiken als speelgoed. Een beeld wat we in Nederland niet zo snel zien.
Stinkend en wel drogen we ons af. Rob heeft wat kunnen regelen. We stappen bij iemand in die ons naar prachtige plek brengt, namelijk een huis van iemand aan de Donau waar wij op zijn boot zullen opstappen. Vanaf daar zullen we de komende 2 uur op de Donau doorbrengen.
We varen letterlijk op de grens van Servië en Roemenië. Een plek bomvol geschiedenis. De man verteld wat over de natuur. Zo zitten de bossen aan de overkant (Roemenië) vol met beren. Alleen tijdens de wintermaanden, wanneer de Donau is bedekt met ijs, willen de beren nog wel is oversteken op zoek naar eten. Nu de winters steeds warmer worden, worden de beren in dit deel van Servië ook een steeds zeldzamer fenomeen.
We varen een kwartier langs de mooiste bergwanden, wanneer we aankomen bij een grot. Deze grot loopt helemaal van de ene kant van de berg naar de andere, een goed bewaakte tunnel. We varen er op zo’n 30 meter langs en voelen een sterkte koude luchtstroom, indrukwekkend.
We zien nog de Mraconia Monastery en de Statue of Decebalus, waarna we weer terugkeren richting het huis van de kapitein. Vanaf daar gaan we terug richting Donji Milanovac. Dennis en ik waren in een goede bui en hadden nog energie over. Er lag een mooie boot op anker. Een soort kleine cruise vol met toeristen die de Donau af aan het varen waren. Het leek ons een goed idee om daar is een bakje koffie te gaan drinken. Zonder aarzelen lopen we het schip op en lopen we naar boven richting het restaurant. Ondertussen wordt de rest tegengehouden en moeten ze van de boot af. We komen onderweg een koffieapparaat tegen en tappen twee koffietjes. We nemen plaats in onze, naar de Donau stinkende, zwembroek tussen alle chique geklede cruise gangers. Langzaam draaide steeds meer koppies onze kant op en was het tijd om te gaan. Met de koffie in de hand liepen we langs de boze beveiliger. Die dreigde nog even om de politie te bellen. Een mooie kwajongensstreek, mooi man.
Aangesloten bij de groep bezoeken we nog een mooie orthodoxe kerk en eten we de meest smerige pizza die in Servië te verkrijgen is. Een goede les, geen pizza in Servië.
Het was tijd om wat verkoelends te halen en richting de bushalte te lopen. Daar aangekomen valt de sticker op waarop een wapen afgebeeld staat met een kruis er doorheen. Juist ja, we zijn in Servië.
De busreis verloopt soepel en we doen een dutje in het appartement. Een douche en richting een lokaal kroegje in Golubac. Daar eten we een lekker broodje Cevapci en komt de Rakija op tafel, het begin van een lange bijzondere en indrukwekkende avond.
Het bier vloeit rijkelijk en de ene Rakija na de ander komt langs. De kroegeigenaar is er zelf ook niet vies van en de Servische muziek knalt door de speakers. Dan raak ik aan de praat met een man van rond de 40. Hij vertelt me dat hij een groot huis heeft hier verderop. We hebben iets gemeen en dat is de liefde voor de natuur.
Hij vertelt me over zijn land waar hij op de kwartel (vogel) jaagt. Ook heeft hij een volledige moestuin en jachthonden. Kortom dit wilde ik wel zien. Hij nodigt ons uit om naar zijn huis te gaan. Oké, we vullen twee tassen met bier van de kroegeigenaar en geven hem met zijn alle een maandsalaris aan fooi. We stappen bij de man in de auto.
Als ik aan dit moment terugdenk dan was dit totaal niet verstandig. Hij had al een hoop bier op en het klonk allemaal te gastvrij. Maar nee zo zijn ze daar echt en hij wilde ons oprecht zijn huis laten zien en verhalen vertellen.
We rijden 5 minuten en komen aan bij zijn huis. Eenmaal binnenkomt er een fles zelfgestookte Rakija op tafel, fouter kan niet. De verhalen beginnen te vloeien. De oorlog die hier 30 jaar geleden is geweest zit nog diep bij iedereen. Wat ik van de verhalen vindt die deze man heeft verteld laat ik in het midden. Ik keur elke vorm van geweld af.
Na een tijd wordt het tijd om te gaan. Hij laat ons nog trots zijn moestuin zien, compleet met kiwi- en sinaasappelbomen. We krijgen nog een flinke tomaat mee voor onderweg en we lopen terug richting ons appartement.
Zoals gezegd was dit een bijzondere en indrukwekkende avond. De verhalen die we hebben gehoord hebben indruk gemaakt, maar zo ook de gastvriendelijkheid van deze man. Het was er eentje om nooit te vergeten.

DAG 5 – Hostel scam in Belgrado
Golubac – Belgrado 14-7-2023
Met een flinke kater stappen we de taxi in terug naar Belgrado. Het is weer meer dan 33 graden en we komen met onze spullen aan bij ons geboekte hostel. Eenmaal aangekomen blijkt er geen airco aanwezig terwijl dit wel aangegeven stond. Oftewel dit is een scam en er is voor airco betaald. Standvastig verteld Rob de eigenaar de waarheid en vertrekken we opzoek naar een beter onderkomen. Na een hoop gedoe hebben we iets waarbij de man belooft dat de airco zal gaan werken. Dit blijkt na een etenspauze ook het geval en het zal een prima hostel blijken.
We gaan weer op weg naar een bijzondere plek. Dit keer bezoeken we het Schiereiland Ada Ciganlija, midden in Belgrado. Het voelt hier niet alsof je midden in een drukke stad bent, maar eerder in een rustig park gelegen aan de Donau. Het is een flinke wandeling ernaartoe. Eenmaal aangekomen heeft het wat weg van een drukke boulevard aan de Costa Del Sol. We kiezen een lekker plekje uit vlakbij het water en bestellen een heerlijk koud biertje. De muziek staat knetterhard en alles wijst erop dat dit een hotspot is voor de jeugd.
Wat je veel ziet in Belgrado zijn bedelaars. Het zijn vooral zigeuners en hoe schrijnend de situatie ook is, ze zijn wel echt hondsbrutaal. Kinderen die bij je aan tafel komen schooien om geld en pas weggaan als je het geeft, of heel boos wordt. Het ergste is dat deze kinderen worden ingezet door volwassenen. Ook hier op dit strand zie je deze kinderen rondrennen en komen ze bij je aan tafel.
Om 21 uur bestellen we nog een heerlijk broodje Cevapci. We lopen terug en frissen ons op bij het hostel. We gaan nog even de stad in. Op zoek naar een leuk tentje om wat te drinken. Uiteindelijk belanden we wat meer buiten het centrum. Daar in de woonwijken zijn ontzettend leuke straat barretjes. Op straat staan wat tafels en stoelen onder het licht van gekleurde lichtbollen. Deze tafels worden bediend vanuit de ondergrondse bar. Een leuke hippe sfeer waar iedereen het goed met elkaar heeft. Om half 2 worden we dan toch echt verzocht om te gaan. We belanden om 02:00 in de nacht met een blik bier op een standbeeld. We kletsen wat en nemen de stad met al zijn bewegingen in ons op. Dan komt er een man naar ons toe. Gezellig kletsen we wat en dan komt hij een vriend tegen. Uiteindelijk nemen ze afscheid van elkaar en daar schrokken we van. Zoals wij gewend zijn om elkaar een hand te geven of een high-five als we gaan. Zo gaven zij elkaar een extreemrechtse groet. We lopen maar snel weg. Tijd voor bed.



DAG 6 – Met de trein naar Novi Sad en staande gehouden door de Servische politie
Belgrado – Novi Sad 15-7-2023
Het is 10:00 in de ochtend als we op de trein stappen van Belgrado naar Novi Sad. Deze stad staat bekend als de studentenstad van Servië. De stad is minder gebombardeerd dan dat Belgrado is. Dit zie je aan alle mooie gebouwen die hier nog staan. Na een klein uurtje stappen we uit. Het is bloedheet dus we lopen van kiosk naar kiosk om water te halen.
We lopen als eerst richting het Petrovaradin Fortress. Vanuit hier hebben we een mooi uitzicht over de stad. Het is een leuke plek, maar of het de moeite waard was om hiervoor 1,5 uur in de hitte te lopen durf ik niet te zeggen. Maar toch, blij dat we het hebben gezien. Terug in de stad zoeken we een plekje om wat te eten. Waarna we neerploffen in heerlijke relax stoelen op een binnentuin midden in de stad. Dennis begint erg last te krijgen van zijn medicijnen die hij slikt vanwege zijn verstandskies die was getrokken en ik krijg last van buikkrampen. Het zal een combi zijn van de hitte en toch de vermoeidheid die erin begint te hakken. Uiteindelijk weer met de trein terug naar Belgrado en even een dutje in het hostel zal ons goed doen.
We frissen ons op om een mooie avond tegemoet te gaan. We voelen ons een stuk beter en willen misschien nog op stap. Via een van de ondergrondse oversteekplaatsen komen we met de roltrap naar boven. We komen de hoek om en daar worden we aangesproken door twee Servische agenten. Een nors uitziende man en een wat vriendelijker kijkende vrouw.
Ze vragen of ze onze paspoorten mogen zien en een zogenoemde: ‘Whitepaper’. Shit, we hebben net vandaag onze paspoorten in het hostel laten liggen aangezien we van plan waren om op stap te gaan leek ons dit veiliger dan meenemen. Toen we dit vertelde kregen we te horen dat we dan een probleem hebben.
Shit, we staan hier in Belgrado met twee agenten die ons vertellen dat we een probleem hebben. Je hoort veel verhalen van toeristen die door de corrupte politiemensen worden aangehouden. Als ze dan een X bedrag betalen mogen ze weer vrij verder.
De ‘Whitepaper’ waar de agent het over had moet zijn geregeld door het hostel en hoeven wij niet bij ons te hebben, dat maakt dit verhaal nog raarder dachten we. Ik bel Rob en die vertelde me dat dit waarschijnlijk een scam is. Het enige wat we nog kunnen doen is zelfverzekerd zijn van onze zaak dat wij niet fout zitten en dat als ze onze paspoorten willen zien ze die kunnen krijgen in het hostel. Ik hing op met Rob en vertelde ze dat ze met ons mee kunnen lopen en dat wij niet de ‘Whitepaper’ moeten hebben maar het hostel. Ineens keken de agenten elkaar aan en liepen ze weg. De woorden ‘You can go’. Waren dan ook zeer aangenaam om te horen.
Wat dit nu precies is geweest is lastig te zeggen. Was dit echt een mogelijke scam of hebben ze ons uiteindelijk vertrouwd? Geen idee, maar even schrikken was het wel. Nooit meer zonder paspoort op pad in zulke landen.
We komen aan bij Rob en de groep en vertelde het verhaal. We vertrouwde het niet en besluiten om naar het politiebureau te lopen. Daar verteld een agent aan ons hoe we dit het best kunnen aanpakken en hoe het zit.
Het zit dus zo: De accommodatie waar je verblijft moet de Whitepaper uitgeven. Hierop staat waar en wanneer je verblijft zodat de politie kan controleren of je niet illegaal in het land bent. Het blijft een beetje vaag, want nergens staat dit helemaal 100% goed uitgeschreven, maar dit is wat ons door de agent bij het bureau is verteld.
Onze avond was redelijk verpest en we waren doodmoe na de lange wandeling van en naar het bureau. We kruipen ons bed in.



DAG 7 – De legendarische rondleiding van Mr Partizan en het Jazz café
Belgrado 16-7-2023
We beginnen de ochtend met een taxirit naar het stadion van de Rode Ster. Dit is het bekendste en de meest succesvolle voetbalclub van Servië. We lopen de heuvel op en een imposant stadion ligt voor ons. Het is bijna onmogelijk om maar een glimp op te vangen van de binnenkant van het stadion. Eenmaal aangekomen bij de hoofdingang worden we niet binnengelaten door de grote, en nogal norse, beveiliger die voor de deur staat. Op zijn vriendelijkst probeert Rob het alsnog, maar er is geen enkele mogelijkheid. Dan lopen we er maar omheen. Aan de andere kant van het stadion komen we een schoonmaker tegen. Ondanks de volhardende poging om de man geld te bieden, geeft hij niet thuis en kunnen we echt niet naar binnen. Uiteindelijk vinden we een hek met wat grotere gaten, waardoor we in ieder geval even binnen hebben kunnen kijken. Het ziet er redelijk luxe uit. Zeker als je het vergelijkt met het stadion waar we hierna heen lopen.
Hemelsbreed is op 2km afstand van de Rode ster het stadion van de rivalen te vinden, namelijk FK Partizan. Het zijn twee totaal verschillende clubs. Dit blijkt ook als we aankomen bij het wat verlaten ogende stadion. Op het stadion zelf zijn prachtige afbeeldingen te vinden van gebeurtenissen in de geschiedenis van de club. Naast het stadion zijn indrukwekkende muurschilderingen te vinden. Alleen al hier lopen is een hele belevenis. We lopen het stadion rond en komen de schietclub tegen die gelegen is in het stadion. Alles wijst erop dat de club voor de supporters meer is dan een voetbalclub.
Dan komen we aan bij de hoofdingang. Gelegen tegenover het trainingsveld van de club. In de hitte staan er wat spelers op het veld een balletje te trappen. Daar staat ook een wat oudere man bij. Deze man noemt zichzelf Mr Partizan. Het is een icoon op de club die nu het stadion onderhoudt en als materiaalman dient.
Hij wuift naar ons en met handen en voeten laten we merken dat we graag het stadion willen zien. MR Partizan twijfelt geen moment en gaat voorop. Wij hem achterna. Door de gang, de trap op en binnen no-time staan we midden het indrukwekkende stadion. Vlak naast ons staat een voetballer in de hitte zich uit de naad te werken met een stel gewichten. Voor ons zien we het veld met daar omheen de atletiekbaan. Het ziet er allebei uit alsof het niet meer wordt gebruikt, maar allesbehalve dat.
Er zijn meer kapotte stoeltjes in het stadion dan dat ze nog heel zien, er zitten gaten in de muren en de algemene staat van het gebouw lijkt op instorten te staan. Tuurlijk, dit is overdreven maar in Nederland zou dit nooit geaccepteerd worden. Terwijl ik in het stadion sta voel ik de passie die MR Partizan voor zijn club uitstraalt. Hij vertelt trots over de hoogtepunten van de clubhistorie, de transfer van Meteja Kezman naar PSV en de kwalificatie voor de Champions League in 2009. Deze schoonheid van de club zit hem in de passie van de mensen die er werken en de supporters. Dat is wel duidelijk.
We lopen terug en maken allemaal nog de klassieke foto achter de persdesk. Als we de trap af lopen, kijk ik nog even naar de prijzen die te zien zijn in de vitrine in de hal. Mr Partizan lacht naar me en maakt een gebaar dat ik hem moet volgen. Snel roep ik de andere erbij en in een slechte polonaise lopen we achter Mr Partizan aan. Hij doet een deur open en dan staat we in de prijzenkamer van de club. Dit is waar alle prijzen staan die ze ooit hebben gewonnen. Erg indrukwekkend en als ik zou moeten kiezen wat de mooiste prijs is die ze hebben gewonnen, dan zou ik kiezen voor de glimlach van Mr Partizan terwijl hij trots alle prijzen liet zien en er wat over vertelde.
Mr Partizan heeft me ontroert. De vriendelijkheid, gastvrijheid en passie die deze man uitstraalde aan ons was hartverwarmend en zal ik altijd als een hele fijne herinnering bij me dragen.
We maken nog een mooie foto samen en lopen terug de hitte in op zoek naar een taxi. We vertrekken richting de West Field Mall en splitsen daar uiteen om de laatste dag rustig af te sluiten. Met een paar nieuwe shirts lopen we naar ons appartement. We gaan ons klaarmaken voor de laatste avond.
Lekker eten kennen ze wel in Servië, zo bestel ik vanavond de Karađorđeva šnicla, de Servische schnitzel. Het is een opgerold stuk vlees met daarin kaas, zure room en ham. Een aanrader! Na het eten sluiten we onze Servië trip af bij het Jazz Café, gelegen in het oude gedeelte van Belgrado. Daar worden we op het terras vergezeld met een lokale zanger die niet meer nodig heeft dan een gitaar en een microfoon om de sfeer aan te laten voelen als sprookjesachtig.
Na een korte nacht zullen we met de taxi richting het vliegveld rijden, waarna we om 10 uur in de ochtend landen op Eindhoven. De reis is voorbij en zal voortleven als een mooie herinnering aan een bijzonder land met geweldige mensen.

